- afwachten
- {{afwachten}}{{/term}}1 wait (for) ⇒ await, 〈tegemoet zien〉 anticipate♦voorbeelden:1 zijn beurt afwachten • wait/take one's turneen nadere verklaring afwachten • await (a) further explanationhij keek hem afwachtend aan • he looked at him expectantlywe moeten maar afwachten • we'll have to wait and see
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.